Back to list of articles

Meer kinderen op één cel in strijd met kinderrechten

Trouw
7 September 2004
AMSTERDAM - De proef om drie of vier kinderen op één cel te plaatsen, is in strijd met de internationale rechten van het kind. Dat zegt Jaap Doek, hoogleraar jeugdrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Jeugdgevangenissen krijgen minder geld, maar steeds meer klanten, aldus Ben Geerdink, directeur justitiële jeugdinrichtingen. Daarom gaat in drie jeugdinstellingen eind dit jaar een proef van start met meermanskamers tot maximaal vier personen. Dit betekent dat de jonge gedetineerden de nacht in één kamer doorbrengen en dat ze overdag een onderwijsprogramma volgen.

Hoogleraar Doek heeft ernstige bezwaren tegen het aangekondigde experiment: ,,Nederland behoort tot de rijkste landen van de wereld en heeft de mond vol van de rechten van het kind. Maar langzamerhand begint het hier te lijken op een ontwikkelingsland.''

In het kinderrechtenverdrag staat dat het privé-leven van een kind te allen tijde moet worden eerbiedigd, ook wanneer het wordt vervolgd voor een strafbaar feit. Het permanente toezicht in een jeugdgevangenis overdag is al een vorm van inbreuk op de privacy, meent Doek. ,,Om die kinderen zelfs 's avonds en 's nachts hun laatste stukje privé te ontnemen, staat op gespannen voet met de verplichtingen van de regering ten aanzien van het kinderrechtenverdrag.''

Volgens Ruud Bullens, bijzonder hoogleraar forensische jeugdpsychologie aan de Vrije Universiteit, kan de veiligheid van de jeugdige delinquenten in het geding komen. ,,Onder jongeren heerst een bepaalde pikorde: je hebt leiders, helpers, meelopers en zondebokken. Vooral de laatsten zijn binnen een groep erg kwetsbaar voor geweld of seksueel misbruik.''

Bullens vindt dat de consequenties van de proef niet goed zijn doordacht. Hij vreest zelfs voor een averechts effect op de behandeling van gedetineerde jongens en meisjes. ,,Hun veiligheid kan niet langer gegarandeerd worden, want 's nachts is er geen enkel toezicht op de jongeren.''

Bullens en Doek denken dat dit besluit enkel is ingegeven door bezuinigingsdrift. Inhoudelijke argumenten voor het doen van deze proef ontbreken volgens de twee wetenschappers.



Back to list of articles